Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de inwoners van Jeruzalem maakten [1]Ahazia, zijn [2]kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want [3]een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de [4]eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde. 1. Zie boven, hfdst.21 vs.17. 2. Dat is, den jongste van jaren. Vergelijk Gen.19:31. 3. Zie hiervan boven, hfdst.21 vs.16,17. 4. Dat is, de oudste zonen van Joram. Boven, hfdst.21 vs.17, wordt alleen gezegd dat deze krijgslieden de zonen van Joram weggevoerd hadden; maar hier wordt nu bijgevoegd dat zij hen ook gedood hebben.